Mary Porcelijn (geboren in Amsterdam maar als kind naar Antwerpen verhuisd en er gebleven) was omstreeks de wisseling van de jaren '60 en '70 van vorige eeuw een meer dan verdienstelijke chansonnière. Ze had toen gedurende een -evenwel vrij beperkte- periode successen in Vlaanderen en Nederland. Mary zou echter de kleine geschiedenis ingaan als de jonge vrouw die tijdens één van de eerste kleuruitzendingen van de BRT (voorjaar 1971) - weliswaar enkel langs de fraaie achterkant - te zien was toen ze een handvol seconden poedelnaakt liep te zingen in de duinen aan het Noordzeestrand.
Dat gebeurde in een eigen televisie-show 'Pasternak', waarin een fractie van het liedje 'Erotissima' (uit de LP 'Mary Porcelijn zingt Boris Pasternak') werd getoond. En of Vlaanderen geschokt was! De media spraken met opgestoken vingertje schande over dit wulps gebeuren in de duinen. Dat in de bewuste scène Mary's plaats werd ingenomen door een stand-in actrice kwam pas decennia later aan het licht.
Maar nu terug naar datgene waar het om hoort te gaan: de muziek. Mary werd in 1967 laureate van 'Ontdek de Ster' met een interpretatie van 'There but for fortune' (een schitterend nummer van Phil Ochs, bij het brede publiek bekendgemaakt door Joan Baez). Zoals haar collega-kleinkunstenaars in die periode liet Mary Porcelijn zich door mentors en raadgevers na dat Engelstalig debuut snel overtuigen om over te schakelen naar de eigen taal.
Mary kreeg na haar verschijning in 'Ontdek de Ster' een platencontract aangeboden en ging op zoek naar professionele begeleiding om haar debuut op het zwarte vinyl voor te bereiden. De jonge zangeres speelde gitaar en schreef zelf muziek, maar voor haar liedjesteksten klopte ze aan bij Mary Boduin. Boduin, eveneens een naar Vlaanderen uitgeweken Nederlandse, was op dat moment nog een nobele onbekende, maar enkele jaren later zou ze in Vlaanderen wereldberoemd worden met haar teksten voor Ann Christy.
Omdat Mary als debutante ook nog heel wat kon bijleren over dictie, taalgebruik, podiumprésence, enz... werd ook de hulp van Denise De Weerdt ingeroepen, die als ervaren actrice de jonge zangeres alle kneepjes van het vak kon bijbrengen.
Uiteindelijk dook Mary de studio in met producer René Ingelberts en orkestleider Glen Rock. De toepasselijk getitelde debuut-LP 'Hier ben ik dan' werd uitgebracht door Decca en lag in de zomer van '68 in de winkelrekken.
Porcelijn was behoorlijk strijdlustig en ging geen zang- of liedjeswedstrijd uit de weg. Zo maakte ze in 1969 deel uit van de Belgische ploeg voor de 'Europabeker voor Zangvoordracht' in het casino van Knokke, maar werd ze in extremis uit de ploeg gezet omdat ze nog niet de Belgische nationaliteit had. Uiteindelijk werd ze vervangen door Herman Elegast (Herman Van Caeckenberghe) die toen lid van de populair wordende 'Elegasten' was. Herman won toen overigens de persprijs, maar datzelfde viel Mary Porcelijn een jaar later te beurt tijdens de twaalfde Europabeker, toen ze wel mocht meedoen voor België.
Datzelfde jaar verscheen haar tweede (en meteen laatste) LP: 'Mary Porcelijn zingt Boris Pasternak'. Hierop zong ze vertaalde en op muziek gezette poëzie van de Russische schrijver (bekend van o.a. 'Dokter Zjivago') die in 1958 de Nobelprijs voor Literatuur won. Producer Al Van Dam en okestleider Freddy Sunder namen deze keer de honneurs waar. Nog later dat jaar volgde nog een succesvolle deelname aan een andere liedjeswedstrijd van de BRT, 'Canzonissima'.
Maar in 1971, na haar spraakmakende verschijning op televisie met 'Erotissima', zocht Mary Porcelijn andere horizonten op, weg van de muziekwereld. Ze ging werken voor radio en TV, voor gedrukte media, ze speelde toneel. In 1973 presenteerde ze op BRT 1 zelfs even haar eigen personality-programma 'Mary's Magazine'. Thans leidt ze een firma die communicatie-advies geeft aan bedrijven. Over haar afscheid van het chanson zegt ze: "De belangstelling voor kleinkunst was enigszins aan het verminderen. Bovendien werd ik op dat moment door uitgeverijen gevraagd om daar te gaan werken. De keuze was vlug gemaakt. Ik stopte omdat ik er enerzijds genoeg van had en omdat er andere professionele uitdagingen waren".
Pol Van Mossevelde
& Muziekcentrum Vlaanderen