SABAM Nekka VRT

Antoon De Candt

Antoon De Candt
Antoon De Candt
° 13.04.1939, Wevelgem
02.10.1966, Montigny-les-Corneilles (fr)

Bijzonder getalenteerde troubadour uit Wevelgem die over alle nodige capaciteiten beschikte om één van de grootste zangers en songschrijvers van zijn generatie te worden. Een dom verkeersongeluk besliste er anders over, waardoor een handvol opgenomen chansons zijn enige creatieve nalatenschap uitmaken.

Discografie en luisterfragmenten op Muziekarchief.be Discografie en luisterfragmenten op Muziekarchief.be
Geluidsfragmenten
Alle fragmenten uit "De geschiedenis van de kleinkunst", BRT1 radio, 1975
1. Dichter en kennis Lionel Delfo schetst de figuur Antoon De Candt 0' 51''
2. Walter Masselis (De Muze) over Antoon De Candt 0' 29''
3. Johan Anthierens vertelt een anecdote over Antoon 0' 59''
4. Johan Anthierens over Antoon als caféganger 1' 07''
Beeldfragmenten
Geen beeldfragmenten beschikbaar.
“(...) een vreemde vogel tussen de deftige burgers van toen”

"Wat ik op het podium laat horen zijn geen chansons, maar gezongen poëzie"... Zo placht Antoon De Candt zich in het begin van de jaren '60 aan het publiek voor te stellen. Als artiest achtte hij het zijn taak om ook anderen te laten kennismaken met het werk van door hem bewonderde dichters én van hemzelf.

Zijn zus Marie-Thérèse ('Trees'), die een jaar jonger was dan hij, omschrijft het als volgt: "Voor mij was Antoon eerst en vooral een dichter die verzen op muziek zette en er dan mee rondtrok als troubadour. Hij speelde enorm goed gitaar en dat kwam de teksten ten goede. Zijn gitaarspel deed als het ware de gedichten nog meer tot hun recht komen".

Antoon De Candt trok na de humaniora Grieks-Latijn in Kortrijk naar de conservatoria van Brussel en Gent om er dictie en muziek te studeren. De muziekstudie leverde duidelijk meer vruchten op dan de dictie, want in de zes liedjes van zijn plaat uit 1963 bij de Nederlandse Studenten Grammofoonplaten Industrie kon Antoon zijn West-Vlaamse wortels moeilijk verbergen.

Kor Van der Goten

De Candt was een eigenzinnige jongeman die in het begin van de jaren '60 eigenlijk als een 'hippie-avant-la-lettre' kon worden beschouwd.

Marie-Thérèse: "Hij had een gouden hart, maar hij kon ook hevig uit de hoek komen wanneer sommige dingen niet vlotten naar zijn gedacht. Hij had een hekel aan wetten en aan regels; kwam eerlijk en ronduit op voor zijn mening en verdedigde die met vuur. Met zijn eigenzinnige mening over het leven, met zijn lange donkere haren, zijn zonnebril, zijn zwart of rood hemd met een zwart hoedenlintje rond zijn kraag in plaats van een das, was hij als een vreemde vogel tussen de deftige burgers van toen".

Het was deze vreemde vogel die in de schaduw van de Kortrijkse Broeltorens op Kerstmis 1962 de artiestenkroeg 't Krotekot opende. In die periode zong hij steeds vaker en op de meest uiteenlopende locaties van Vlaanderen. "Het laatste optreden dat ik heb meegemaakt dateert van de tweede helft van 1963 en vond plaats in de Kortrijkse schouwburg Leopold III. Tot halfweg het daaropvolgende jaar bleef hij geregeld optreden, maar daar weet ik zoveel niet van, want hij woonde toen niet meer thuis", vertelt zus Marie-Thérèse.

Op 2 december 1963 brak voor de jongeman een bijzonder zwarte periode aan die uiteindelijk zou leiden tot zijn tragische dood. Antoon De Candt, de overtuigde pacifist die gruwde van alles wat met het leger te maken had, werd die dag onder de wapens geroepen. Zijn haat tegen uniformen en krijgsgeweld had veel te maken met het feit dat zijn vader in het begin van de Tweede Wereldoorlog in vreemde omstandigheden was gesneuveld.

Marie-Thérèse: "Vader was op 16 mei 1940 in de loopgraven van Lillo, bij Antwerpen. We hebben vernomen dat hij zijn sanitaire behoeften wou doen en daarvoor de loopgraaf verliet. Per vergissing zou hij dan zijn doodgeschoten door de soldaat die op dat moment wacht liep... Twee dagen later werd ik geboren. En onze moeder stond er helemaal alleen voor met twee kleine kinderen".

Van bij die dag bleek dat het nooit iets zou worden tussen het leger en de toen vierentwintigjarige vrijbuiter. Hij deserteerde, werd opgepakt, in de cel gestopt, terug naar zijn eenheid gebracht, deserteerde opnieuw, enzovoort. Hij vluchtte naar het buitenland: Spanje, Zwitserland, Frankrijk. Af en toe kwam hij clandestien terug naar Belgiƫ en dook dan enkele dagen onder bij vrienden of bij familie. De laatste keer dat hij thuis was bij zijn moeder en zus was met Kerstmis in 1964.

Tijdens één van die clandestiene bezoeken ontmoette hij in Antwerpen de steeds beroemder wordende Ferre Grignard. In het legendarische café De Muze filosofeerden en discussieerden ze samen gretig over muziek, ook over klassieke muziek. Johan Anthierens, een vurige fan van Antoon liet zich ooit de anekdote ontvallen dat deze op een avond zijn eigen gitaar aan diggelen sloeg nadat Grignard zich minnetjes zou hebben uitgelaten over de Italiaanse componist Vivaldi.

Ook tijdens zijn vlucht voor het Belgische leger bleef Antoon ambitieus over zijn muzikale carrière. Marie-Thérèse de Candt: "In augustus 1966 verbleef hij in het Spaanse Torremolinos. Met een oom en tante ben ik hem daar toen gaan bezoeken. Hij liet ons verschillende chansons horen die hij daar geschreven had. Hij vertelde dat hij contacten had met een Parijse platenfirma, maar dat hij schrik had om de grens over te steken".

Een maand later schraapte Antoon zijn moed bij elkaar en trok toch naar Parijs. Hij stuurde een brief naar zijn oom met het verzoek samen met Antoons moeder af te zakken naar de Franse hoofdstad om daar af te spreken. Zo geschiedde en de avond van 2 oktober '66 zaten Antoon met zijn moeder en oom een glas te drinken in een gezellige Parijse bistro. Nadien reden moeder en oom terug naar België en Antoon vertrok met de vriend bij wie hij logeerde naar een verjaardagsfeestje. Zes uur later werd zijn auto op een 20-tal kilometer van Parijs door een zwaardere wagen aangereden. Antoon overleefde de klap niet, de andere betrokkenen hadden meer geluk.

En zo maakte een banaal verkeersongeluk een abrupt einde aan één van de meest beloftevolle chansonniers van zijn generatie. Johan Anthierens schreef verbitterd: "Was Antoon een moordenaar, een boosdoener, een boef, een rabauw? Niet eens een schelm, hij was een doorbrave liedjeszanger en een overtuigd drinkeboer. In zijn ene hand hield hij een gitaar, in de andere een glas bier, en daartussen klopte een gouden hart. Precies omdat hij geen boosdoener zijn kon, kwam hij in conflict met de militaire overheid. Dit meningsverschil heeft drie jaar geduurd en is de onrechstreekse oorzaak van zijn jonge dood.".

Pol Van Mossevelde
& Muziekcentrum Vlaanderen

Annex

Antoon De Candt op Muziekarchief.be

Enkele jaren geleden verzamelden Marie-Thérèse De Candt, Guido Desimpelaere, Herman Verbruggen en Yvonne Azaert alle beschikbare opnames van Antoon De Candt op "Archief van een luisterliedpionier", een in eigen beheer uitgegegeven cd.

'Sprookje', één van de zes liedjes op de enige EP van Antoon De Candt, werd in 1992 gecovered door Hans De Booij, op diens album 'Vlaamse helden'.